Franciscus van Asissi
Het evangelisch levensplan volgens Franciscus
Het is duidelijk dat de beweging van Franciscus vooral sinds 1240 een klerikale orde is geworden die vooral priesterlijke bedieningen uitoefent en bovendien gehuisvest is in kloosters met een tamelijk kloosterlijk dagpatroon en levensstijl. Zo was de franciscaanse beweging in het begin niet. Zij was toen nog een groep christenen, vooral leken, die in kleine mobiele en arme communiteiten leefden in gebed en broederlijke liefde en allerlei soort handenarbeid verrichtten. Toch bevat het evangelisch levensplan van Franciscus enkele fundamentele waarden die blijvende actualiteit hebben. Wel moet men onderscheid maken tussen het persoonlijk uniek charisma van Franciscus zelf als stichter en gangmaker en het charisma van de beweging als eerste normgevende concretisering van het ideaal in gemeenschap.
Enkele fundamentele waarden van het evangelisch levensplan volgens Franciscus:
1. Het evangelie nemen als grondlijn voor je concrete leven Dat houdt in: het gelovig besef dat God van ons houdt en een droom over ons heeft. Die droom maken wij waar tot onze eigen vreugde, als wij ingaan op de boodschap die Jezus ons bracht: keer je om, geloof in God die Vader is en leef als broers en zussen van elkaar. Schriftlezing (om Gods boodschap beter te verstaan) en lof- en dankgebed (om Hem te loven voor zijn goedheid) zijn concrete uitingen van dit gelovig besef om een mens naar het evangelie te worden. 2. Altijd met een zuiver hart tot God bidden Wie God aanvaardt en mag ervaren als een diep geheim in zijn leven, gaat eerbiedig met Hem en met al zijn mensen om. Hij komt tot gebedshouding van openheid en ontvankelijkheid. God is het goede, het hoogste goed, de Allerhoogste. Het aanhoren, lezen en overdenken van Schriftwoorden, onze aandacht voor mensen en gebeurtenissen, de bewonderende blik voor alwat leeft: het zijn even zovele tekenen van en naar God die vooral in de sacramenten naar ons toekomt, bijzonder in de Eucharistie. 3. Zich gedragen als huisgenoten van elkaar Elke medemens is een broer of zus voor hem die God tot Vader heeft. De bijzondere roeping van een franciscaanse gemeenschap is deze: als broederschap een levende parabel van het evangelie zijn, in onderlinge dienstbaarheid, in gastvrije openheid, in gehoorzaamheid aan elkaar en delend met elkaar van alle bezit en gaven. Zo'n levensstijl maakt iemand tot vredestichter, verzoener en blijde getuige van de nieuwe boodschap van Jezus Christus. 4. De Heer dienen in armoede en nederigheid Arm zijn zullen wij anders moeten vertalen dan Franciscus in zijn tijd. Maar de grondhouding is nog dezelfde: geen gevoel van eigenmachtigheid, erkenning van eigen kleinheid en afhankelijkheid, sober leven en delen van wat je hebt. Arm zijn op zich is geen bewijs van de juiste gesteltenis: zij moet steeds gepaard gaan met nederigheid en deemoed. 5. Broeders van de Kerk voor een nieuwe wereld Franciscus heeft de kritiek op de kerk in zijn dagen beantwoord met een tegenovergestelde houding: blijven geloven dat die kerk het voortlevende volk Gods is, waarbinnen de Christus zich aan ons schenkt. Zijn leven zelf was een kritiek op de kerk die hij liefhad. En hij weerstond de paus als die zijn diepste roeping niet begreep. Toch wist hij maar al te goed dat de band met de kerk van vitaal belang was. Vandaar zijn trouw aan de Heer Paus en de kerk van Rome. In een franciscaanse fraterniteit staat niet het apostolaat primair maar wel die leefwijze van broederlijke omgang met elkaar en open houding naar de mensen, van dankende Godsrelatie en bezielende waarachtigheid. Midden in onze verkoelende wereld van anonimiteit en dodende structuren roept God zo'n fraterniteit op om een oase te zijn van ware menselijkheid waar het goed is om te leven, omdat het evangelie er met Zijn kracht handen en voeten krijgt en de Geest er de harten levend maakt tot eer van God zelf en tot vreugde van de mensen.
Literatuur: N. van Doornik: Franciscus van Assisi. Een profeet voor onze tijd, Hilversum, 1973 M. Bishop: Franciscus. Een biografie, Baarn, 1978 H. Roggen: Clara van Assisi. Zien met het hart, Tielt, 1980 Th. Matura: Leven volgens het Evangelie met Franciscus van Assisi, Haarlem, 1978 E. Leclerc: Symbolen van de Godservaring, Haarlem, 1974 E. Leclerc: De nacht van Poverello, Antwerpen, 1976 Franciscus van Assisi een voorbeeld? Concilium, 1981-9 J. DuchĂȘne: tekst voor de diareeks over Franciscus van M. Rosseeuw, Roeselare A. Rotzetter: Franciscus van Assisi. De weg van het evangelie, 1981 A. Rotzetter: Clara van Assisi. De eerste franciscaans vrouw, 1993 F. Timmermans: De harp van Sint Franciscus, 1983 L. Boff: Sint Franciscus van Assisi, 1984 R. Manselli Franciscus van Assisi, 1992 L. Iriarte Geschiedenis van de franciscaanse beweging, 1979 Edith Van den Goorbergh en T. Zweerman: Clara van Assisi: licht vanuit de verborgenheid, 1994 Edith Van den Goorbergh en T. Zweerman: Was getekend: Franciscus van Assisi, 1999 T. Zweerman: Wondbaar en vrijmoedig, 2001 Miek Dorrestein, De onbekende tochtgenoot, 1997 Walter Verhelst, Kennismaken met Franciscus, Halewijn, Antwerpen, 2007 Herman Andriessen en Ciel Mooren, De ziel gaat te voet. Met Franciscus naar Assisi, Meinema, 2008 Marjan Bouritius, Die mijn weg wijst, Briefwisseling met Franciscus, Den Bosch, 2009
Bronvermelding: www.kapucijnen-vlaanderen.be Met dank aan Pater Klaas Blijlevens